Inzichten
Hoe bouwt u na alle hervormingen het best uw aanvullend pensioen op als zelfstandige?
Onze regering heeft het voorbije jaar heel wat maatregelen genomen die het Belgische pensioenlandschap grondig hertekenen. Zeker voor zelfstandigen staan er heel wat veranderingen op til met een grote impact op hun aanvullende pensioenopbouw. Wij zetten de belangrijkste hervormingen op een rijtje en adviseren u hoe u als zelfstandig ondernemer voortaan best spaart voor uw pensioen.
Lagere vennootschapsbelastingtarieven: betaal uw IPT-premie vóór het einde van het boekjaar
Een IPT (Individuele Pensioentoezegging) is voor zelfstandigen een interessante manier om een aanvullend pensioen op te bouwen. De premie voor dit verzekeringsproduct is immers 100% fiscaal aftrekbaar van uw bedrijfswinst. U betaalt dus geen vennootschapsbelasting op het bedrag van de premie, wat u tot op heden een belastingvoordeel van ongeveer 33% opleverde.
Omdat de regering een trapsgewijze verlaging van zowel de normale als de verlaagde vennootschapsbelastingtarieven vastgelegd heeft, daalt ook het belastingvoordeel dat u met een IPT kunt doen. Vennootschappen met een gebroken boekjaar hebben er daarom alle baat bij om in 2018 nog vóór het einde van hun boekjaar hun IPT-premie te betalen. Een voorbeeld ter verduidelijking:
- Tot eind vorig jaar bedroeg het normaal vennootschapsbelastingtarief – en dus ook het belastingvoordeel van uw IPT – 33,99%.
- Voor het aanslagjaar 2019 zakt het normaal vennootschapsbelastingtarief naar 29,58%. Het fiscaal voordeel van uw IPT daalt evenredig. Een zelfstandige met een vennootschap met gebroken boekjaar op bijvoorbeeld 1 juli stort dus best vóór 30 juni zijn IPT-premie, omdat hij dan nog de hogere belastingbesparing van 33,99% geniet. Na 1 juli bedraagt die nog maar 29,58%.
Hogere minimumbezoldingseis voor bedrijfsleiders: extra ruimte voor aanvullende pensioenopbouw
De regering besliste in haar zomerakkoord eveneens dat vennootschappen vanaf 2018 een brutojaarbezoldiging van minimum 45.000 euro moeten uitkeren aan minstens één bedrijfsleider om aanspraak te kunnen maken op het verlaagd vennootschapsbelastingtarief. Voordien bedroeg die minimumbezoldiging 36.000 euro op jaarbasis. Er gelden wel uitzonderingen voor starters en vennootschappen met een belastbare winst die lager ligt dan de 45.000 euro-grens.
Het voordeel is dat de hogere minimumbezoldingseis extra ruimte creëert om aanvullend pensioen op te bouwen. Bij uw pensioenopbouw moet u immers rekening houden met de 80%-regel, die stelt dat uw wettelijk en aanvullend pensioen samen maximaal 80% van uw brutojaarinkomen mogen bedragen. Aangezien uw brutojaarinkomen als zelfstandig bedrijfsleider stijgt, vergroot dus ook uw marge om aanvullend pensioen op te bouwen.
Hou er verder rekening mee dat een hogere bezoldiging ook een hogere arbeidsongeschiktheidsrente met zich meebrengt. Uw accountmanager bekijkt dit graag samen met u in het kader van uw verzekering gewaarborgd inkomen.
Lees hier meer over de gevolgen van het hoger minimumloon voor bedrijfsleiders
De POZ: ook zelfstandigen zonder vennootschap kunnen voortaan extra aanvullend pensioen opbouwen
Alle zelfstandigen hebben toegang tot het VAPZ (Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen) om een aanvullend pensioen op te bouwen. Zelfstandigen met een eigen vennootschap kunnen nog een extra buffer aanleggen via een IPT. Zelfstandigen zonder vennootschap hadden die mogelijkheid tot nu toe niet.
De regering brengt daar met de POZ (Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen) verandering in. Dankzij dit nieuw ingevoerde pensioenstelsel kunnen ook zelfstandigen zonder eigen vennootschap op een fiscaalvriendelijke manier een extra aanvullend pensioen opbouwen.
De belangrijkste voordelen de POZ:
- De jaarlijkse premiestortingen zijn aftrekbaar als beroepskost en geven recht op een belastingvermindering van 30%.
- Een POZ levert een aantrekkelijk rendement op het gespaarde bedrag.
- De combinatie met een VAPZ is perfect mogelijk en wordt trouwens sterk aangeraden.
De POZ is vooral voor bepaalde doelgroepen interessant: zelfstandigen in hoofdberoep zonder eigen vennootschap, sommige zelfstandigen in bijberoep zonder vennootschap en meewerkende echtgenoten.
Duaal pensioensparen: pensioenspaarstorting tot 1.230 euro mogelijk met fiscaal voordeel
Met het “gewone” pensioensparen krijgt u een belastingvermindering van 30% op stortingen tot 960 euro. Het duaal pensioensparen geeft u voortaan twee opties:
- U krijgt 30% belastingvermindering op pensioenspaarstortingen tot 960 euro.
- U krijgt 25% belastingvermindering op pensioenspaarstortingen tot 1.230 euro.
Duaal pensioensparen is bijna alleen interessant als u de volledige 1.230 euro spaart:
Als u 960 euro spaart, geniet u 30% belastingvermindering op dat bedrag: 288 euro.
- Als u 1.100 euro spaart, krijgt u 25% belastingvermindering: 275 euro.
- Als u 1.230 euro spaart, krijgt u eveneens 25% belastingvermindering: 307,5 euro.
En zelfs bij een storting van 1.230 euro dient u goed af te wegen: staat een bijkomende storting van 270 euro (1.230 euro min 960 euro) in verhouding tot een extra belastingvermindering van amper 19,5 euro (307,5 euro min 288 euro)?
Ons advies voor een optimale invulling van uw aanvullend pensioenspaarplan
Zelfstandigen hebben dus heel wat opties om met privégeld aan pensioenopbouw te doen. Dat maakt het soms moeilijk om door de bomen het bos nog te zien: hoe maakt u nu optimaal gebruik van al die mogelijkheden?
Ons advies is om deze volgorde van invulling te volgen en elke stap te volstorten:
- VAPZ: dit spaarproduct levert u finaal het grootste belastingvoordeel op (50 à 60%)
- Gewoon pensioensparen tot 960 euro: u geniet hiermee 30% belastingvoordeel en bovendien kost het u niets, want de premietaks bedraagt 0%
- Klassiek langetermijnsparen: het belastingvoordeel bedraagt ook 30%, maar u betaalt 2% premietaks
- POZ: ook hier doet u 30% belastingvoordeel mee, maar de premietaks bedraagt 4,4%
Gaat u graag dieper in op uw pensioenspaarplan?
Contacteer dan gerust uw accountmanager, die samen met u de optimale invulling zal bekijken.
Delen