Inzichten
Tak 6: een gunstig alternatief?
Vaak wordt door vennootschappen cash die men niet dringend nodig heeft geparkeerd op een rekening. Deze gelden brengen meestal te weinig intrest op, dat is niets nieuws. Het geld aan het werk zetten is de boodschap, al is het niet altijd duidelijk hoe dit kan bewerkstelligd worden.
Overtollige cash aan het werk zetten
Voor zelfstandigen staat de mogelijkheid tot opbouw van een aanvullend pensioen via de tweede pensioenpijler al jarenlang bekend als een van de meest interessante manieren. Echter, recente fiscale wijzigingen hebben tot gevolg dat veel ondernemers gevoelig minder mogen sparen via deze fiscaal zeer voordelige weg, wat op zich veelal resulteert in extra (slapend) geld binnen de vennootschap.
Het gros van die liquiditeiten staat geparkeerd op een spaarrekening. Sinds kort krijgt ook een rechtspersoon daar opnieuw een beetje intrest voor, na jaren van negatieve rentes, maar dat dient bekeken te worden in de context van nog hogere inflatie. In reële termen gaat spaargeld dat niet belegd wordt er nog steeds elk jaar op achteruit, en dat zelfs in een sneller tempo dan vroeger.
Het is daarom nog nooit zo belangrijk geweest om cash aan het werk te zetten, al is dat voor een rechtspersoon niet evident. Het thesauriebeheer van een vennootschap of VZW vereist meestal een zekere soepelheid, bijvoorbeeld in het kader van schommelingen in de cashflow of om te anticiperen op de uitkering van dividenden in het kader van liquidatiereserve. Bovendien is de fiscaliteit voor de meeste spaar- of beleggingsformules nadeliger voor rechtspersonen dan voor particulieren.
De evolutie van de DBI-bevek
Veel rechtspersonen zochten de voorbije jaren hun toevlucht bij de fiscaal voordelige DBI-bevek, sinds 2017 een van de weinig overgebleven manieren voor ondernemers om te beleggen zonder meerwaardebelasting. Het feit dat dit fiscale gunstregime enkel geldig is voor aandelen en dus gepaard gaat met een aanzienlijk risico op kapitaalverlies, vormde blijkbaar voor velen geen struikelblok. Bovendien vormen er zich donkere wolken boven de toekomst van de DBI-bevek. In het fiscale hervormingsplan van onze minister van financiën Vincent Van Peteghem staat de duidelijke intentie om komaf te maken met dit fiscale gunstregime.
Een alternatief dringt zich op, en in die context komt het Luxemburgse kapitalisatiecontract (Tak 6) meer en meer op de voorgrond. Deze spaarformule volgens Luxemburgs prudentieel recht richt zich in het bijzonder tot iedere rechtspersoon die wenst te investeren op middellange of lange termijn. Een kapitalisatiecontract is eigenlijk geen levensverzekering want er is geen verzekerde of begunstigde. Er is een ruime keuze aan strategieën waardoor er voor iedereen een geschikte oplossing kan uitgewerkt worden.
Waarom het Luxemburgse kapitalisatiecontract (Tak 6)?
Eenvoudig: Omdat het niet gekoppeld is aan het menselijk leven, kan het contract gewoon blijven doorlopen bij wijzigingen in de vennootschap (statutenwijziging, overlijden zaakvoerder, fusie,…). Op die manier is continuïteit verzekerd. De boekhoudkundige verwerking is eenvoudiger dan bij de DBI-bevek.
Voordelig: Stortingen in een kapitalisatiecontract zijn niet onderworpen aan de taks op verzekeringsverrichtingen (4,4% voor rechtspersonen). Er wordt rechtstreeks in de externe fondsen belegd en vanaf een bepaald bedrag zelfs in clean shares, waardoor de beheerskosten gevoelig lager liggen dan in tak 23 of bancaire fondsen.
Flexibiliteit: Het kapitaal kan op elk ogenblik en meestal kosteloos opgevraagd worden. Boven op een ruim gamma aan externe fondsen is er ook keuze uit een fonds met kapitaalsgarantie. Op deze manier kunnen wij voor iedereen een strategie uitwerken die in lijn ligt met de gewenste doelstellingen en houding ten opzichte van risico.
Veiligheid: De “Luxemburgse veiligheidsdriehoek” garandeert een verregaande reglementaire bescherming van de onderliggende activa. Het Europese systeem van “vrije dienstverlening” stelt dat een Luxemburgse maatschappij zaken mag doen met een Belgische resident, zolang de Belgische rechtsregels worden gerespecteerd. Dit resulteert in legale en fiscale zekerheid en een grotere bescherming in geval van faillissement dan in België.
Delen