“Er is leven na de dood” - Hoe beschermt u uw bedrijf? (3/4)

De bescherming van uw investeringskrediet

De kans is groot dat u als zelfstandig bedrijfsleider een lening hebt afgesloten voor uw vennootschap. Ook na uw overlijden blijft dit investeringskrediet bestaan. U kunt een bedrijfsleidersverzekering afsluiten om te vermijden dat er uit de liquide middelen van de vennootschap geput moet worden om de lening terug te betalen in geval u zou overlijden. Zo’n bedrijfsleidersverzekering valt nog het best te vergelijken met een schuldsaldoverzekering, maar dan op naam van uw vennootschap.

Een cijfervoorbeeld: 

• Geert is 40 jaar en zelfstandig bedrijfsleider.
• Hij heeft voor zijn vennootschap een investeringskrediet van 750.000 euro afgesloten.
• De terugbetalingstermijn van het investeringskrediet is 8 jaar. 

De jaarpremie om hiervoor een bedrijfsleidersverzekering af te sluiten, bedraagt 1.052 euro.

De jaarpremies voor de terugbetalingstermijn vormen dus maar een fractie van het kapitaal dat u verzekert. Bovendien zijn de premies voor een bedrijfsleidersverzekering 100% aftrekbaar voor uw vennootschap.

De bescherming van uw rekening courant

Ook de rekening courant van uw vennootschap kan via een bedrijfsleidersverzekering beschermd worden, zodat er geen eigen middelen van de vennootschap aangewend moeten worden als uw erfgenamen het bedrag op die rekening opeisen.

In het geval van Geert:

• Er staat 500.000 euro op de rekening courant van de vennootschap.
• Er wordt een bedrijfsleidersverzekering met risicopremies tot 70 jaar afgesloten op het hoofd van Geert.

De eerste jaarpremie is 348 euro. Dit soort premie is stijgend volgens de leeftijd van de verzekerde en ook weer 100% fiscaal aftrekbaar voor de vennootschap.

De bescherming van uw medevennoten

Als u in uw bedrijf medevennoten hebt, plant u best een bescherming voor elk van de vennoten via een overlijdensverzekering. Door elkaar kruiselings te verzekeren, zullen de medevennoten een kapitaal ontvangen waarmee ze de aandelen kunnen overkopen van de erfgenamen van de overleden vennoot. Vaak is dat voorkooprecht ook statutair bepaald, waardoor het uitgeoefend kan worden.